Museum aan de IJzer

    11 juli boodschap van Aan de IJzer

    Vijftig jaar geleden, anno 1973, kreeg de Vlaamse feestdag van 11 juli wettelijk bestaansrecht.

    In zijn in mei laatstleden gepubliceerde boek ‘1302, het jaar van de mythe’ schrijft Rolf Falter dat sindsdien en tot op de dag van vandaag ‘iedereen worstelt met hoe die feestdag moet worden ingevuld en dat in een land waar de bevolking al niet wild is van nationale feestdagen’.

    Aan de IJzer, beheerder van het Memoriaal van de Vlaamse Ontvoogding en van Vrede, kortweg de IJzertorensite in Diksmuide, verheerlijkt allerminst de moordpartij die zich voltrok in 1302 in Kortrijk op die woensdagnamiddag 11 juli. Eerdere en latere veldslagen én jarenlange oorlogen zijn en blijven, zoals we quasi dagelijks op ons televisiescherm zien, de meest kwalijke uitingen van de menselijke aanwezigheid op aarde.

    Belangrijk aan die bewuste woensdagnamiddag 721 jaar geleden is niet de bron voor latere mythevorming, noch de steeds opnieuw aangewakkerde discussie over de verhouding tussen voorafgaande nationale en sociale escalerende conflicten, maar de kanteling van machtsverhoudingen. ‘Het is niet onzinnig in 1302 een kantelmoment te zien in het opeisen van medezeggenschap voor mensen zonder stamboom of vermeend goddelijk recht’, poneert auteur Rolf Falter.

    Meer dan zeshonderd jaar later uitte de revolte van Vlaamse soldaten aan de IJzer zich in een luid en duidelijk verwoord eisenpakket voor medezeggenschap. Alweer meer dan honderd jaar later en beschikkend over eigen Vlaamse instellingen, wordt vastgesteld dat medezeggenschap voor allen en iedereen nog altijd niet bereikt is en zelfs dreigt te ontsporen bij het verder aanzwellen van volgers van op kweekbodems van uitsluiting gecultiveerde omvolkingscomplotten.

    11 juli, Vlaamse feestdag, heeft op de vooravond van het verkiezingsjaar 2024, pas betekenis wanneer de wegen naar participatieve democratie door  partijen, middenveldorganisaties en basisgroepen zichtbaar worden gemaakt.

    Betekenis geven aan 11 juli – belangrijker dan er een bijkomende vrije dag aan te kleven – is, ook in Vlaanderen, het hoofd niet langer af te wenden van de klimaatverandering en door groeidwang veroorzaakte vernieling van biologische diversiteit. Ook al weten we dat al vijftig jaar, toch zit er nog altijd geen vertraging in de ecologische afbraak.

    11 juli krijgt betekenis wanneer de opstapelende problemen in het onderwijs niet genegeerd worden, goed bestuur als het eerste gebod gehanteerd wordt. Vlaanderen kan omarmd worden wanneer het mantra ‘arm zijn is eigen schuld’ geschrapt wordt.

    Vlaanderen zonder het uitbaten – lees uitbuiten – van onze levenskwaliteit is pas een feest waard, mét vrije dag. Laat ons een nieuwe definitie van ‘welzijn’ schrijven, een nieuwe episode met vele oplossingen voor het verdere ‘Verhaal van Vlaanderen’, waarin er plaats is om wie verzet pleegde tegen het Arcadia zoals Vlaanderen onderging tijdens de Tweede Wereldoorlog, te herdenken.

    Met ‘Nooit meer oorlog’ blijft Aan de IJzer het fundament aanreiken voor een wereldorde met minder vooroordeel en meer liefde.

    De 96ste editie van de IJzerbedevaart – zondag 3 september eerstkomend, om 11 u. op de site in Diksmuide – stelt ‘Nooit meer oorlog’ op scherp met de aan duidelijkheid niet ontbrekende boodschap: ‘Onze wapens voor Vrede: Vrijheid en Verdraagzaamheid’.

    Het is een ‘drievuldigheid’. Verdraagzaamheid kan niet weggeknipt worden door het cultiveren van vooroordelen tot plat racisme toe. Vrijheid is er pas wanneer we die respectvol en solidair beleven. Vrede zonder vrijheid en verdraagzaamheid is onbestaande. U bent welkom op de IJzerbedevaart op 3 september. Toegang gratis.

    Uiteraard wenst Aan de IJzer, met de blik op de toekomst gericht, alle Vlamingen, met nadruk op ‘alle’  een vredevolle, vrijheidslievende en in verdraagzaamheid beleefde 11 juli-feestdag toe.